Toen minimalisme en ontspullen hun intrede in mijn leven deden, verdween langzaam allerlei troep en zooi de deur uit. Erg extreem was dat nog niet. Totdat de minimalistische vonk ook oversloeg naar Sebastiaan en wij samen alles pas echt grootschalig besloten aan te pakken. Gewoon goed opruimen en flink de kasten uitmesten werd nu extreem ontspullen. En hier lees – en zie! – je hoe dat er uit heeft gezien.
Leestip:
- Ontspullen voor en na: zo heeft minimalisme ons leven veranderd
- Mijn spullendetox
- 40 spullen die ik dankzij minimalisme niet meer nodig heb
Het begon met plukken
Als je wilt ontspullen, begin je waarschijnlijk met wat ik plukken noem: je kijkt door je kasten en plukt er wat spullen uit die je inderdaad niet meer nodig hebt. Dat is niet de beste manier om grondig en extreem te ontspullen, maar wel een fijne manier om de slag te pakken te krijgen. Je voelt voldoening als je ziet hoeveel er weg gaat en je ervaart de rust van meer opgeruimde kasten. Dat is het moment om het beter aan te pakken en te gaan voor het meer extreem ontspullen.
Wie vaker mijn ervaringen met minimalisme en ontspullen heeft gelezen, weet dat ik fan ben van Marie Kondo en haar bestseller opruimboek. Toen wij het ontspullen na mijn eerdere gepluk samen grondiger wilden aanpakken, besloten we het te doen zoals Marie Kondo aanbeveelt.
Extreem ontspullen: een walhalla voor Marie Kondo
Alles, maar dan ook alles werd uit de kasten gehaald en ging door onze handen. Het resultaat was een vloeroppervlak vol eindeloze stapels keukenspullen, enorme bergen kleding en een gênante hoeveelheid decoratie voor in huis. Per categorie – kleding, keukenspullen, boeken, hobbyspullen en spelletjes, decoratie, etc. – haalden we de kasten leeg.
Vooral de hoeveelheid keukenspullen was schokkend. Er was geen oppervlak meer over om te lopen of zitten, nadat wij alle keukenspullen hadden uitgestald.
Toegegeven: we waren ook recent gaan samenwonen en hadden dus ook de zooi van twee (eenpersoons)huishoudens om uit te stallen. Maar het was meer dan duidelijk dat grondig ontspullen hard nodig was. We lieten alles door onze handen gaan en selecteerden wat we echt nodig hadden, wat onze favorieten waren en waar we blij van werden.
Alleen onze favoriete pannen bleven. De enorme hoeveelheid wijnglazen voor feestjes die we toch zelden hadden, werd gereduceerd tot zes. De glazen voor ieder drankje – sherryglazen, cognacglazen, etc. – verdwenen het huis uit, want eigenlijk dronken we die drankjes nooit. En zo ging het maar door. We hielden maar een kwart over van wat we hadden en de keukenkastjes waren nu heerlijk overzichtelijk en leeg.
Van zeventig jurken naar een capsule wardrobe
Mijn kleding was een nog grotere uitdaging. Ik had een complete Ikea PAX-kast vol, naast een ladeblok én een inbouwkast. Vol trots kon ik zeggen dat ik iets van zeventig jurken had en ik deed niets liever dan nieuwe jurken shoppen.
Ook voor mij ging kwantiteit daarbij boven kwaliteit, want er was niets leukers dan me in een nieuwe jurk opdoffen. Als advocaat had ik ook iedere dag reden om een mooie jurk aan te trekken. Ik vond het fantastisch als een verkoopster vroeg of ik een feestje had en ik die jurk de maandag erop gewoon naar mijn werk aan kon doen.
Leestip:
De jurken gaven me plezier en ik voelde me er mooi in, dus eigenlijk voldeden ze al die tijd aan het ‘sparkjoy’-criterium van Marie Kondo. Totdat mijn wensen en gelukgevoelens verschoven en ik mijn geluk, plezier en voldoening niet meer uit materiële zaken wilde en kon halen. Dat was het moment dat het allemaal de kast uit moest en net als de keukenspullen moesten worden geminimaliseerd.
Ieder kledingstuk ging door mijn handen en werd beoordeeld. De jurken met strakke rokken gingen zonder pardon weg. Daarmee kon ik niet makkelijk fietsen en sommigen waren zelfs ongeschikt voor traplopen. Hoogst onpraktisch en dus niet waar ik me het fijnst in voelde. In de praktijk droeg ik ze daarom vrijwel nooit.
Die zakelijke jasjes? Ik droeg ze eigenlijk amper. Want hoewel ik ze prachtig vond staan, vond ik ze niet fijn zitten op kantoor achter mijn bureau. Ik gaf eigenlijk steeds weer de voorkeur aan meer soepelere stoffen.
En wie heeft er nou zeven winterjassen nodig?
Leven in een tiny house of uit een backpack
Ons leven is nu totaal anders. Door het extreem ontspullen hebben we in een paar weken tijd een huis vol troep, balast en zooi weten te reduceren tot datgene wat er voor ons echt toe doet.
Inmiddels weten we ook niet meer waar we die kasten ooit meegevuld hadden en wat we nog meer nodig hebben dan die paar spullen die we nu nog wel hebben. Zelfs met een baby hebben wij lang niet zo veel spullen als we ooit hadden.
We reizen veel – onze grootste zonde op het gebied van duurzaamheid – en leven dan zonder moeite maandenlang uit een backpack. Voor het ontspullen hadden we appartement met eindeloos veel kasten en zelfs een extra kamer voor een grote kledingkast en onze spullen. Nu wonen we een groot deel van het jaar in ons tiny house op de volkstuin. Heerlijk in het groen en met maar weinig spullen in ons kleine huisje.