Ik had een droombevalling. Vonden zij. Voor mij was het een traumatische ervaring. De gewenste thuisbevalling in alle rust en intimiteit van alleen mijn vriend en onze vroedvrouw werd een spoedopname in het ziekenhuis en medische inleiding. Ik ben meer dan dankbaar in een tijd en land te leven waar dat soort medische hulp bestaat, want zonder had ik mijn zwangerschapsvergiftiging waarschijnlijk niet overleefd. Maar ik heb ook lange tijd met schaamte, verdriet en afschuw teruggekeken op hoe mijn lichaam werd behandeld en hoe het ziekenhuispersoneel mijn lichaam heeft laten bevallen. En vooral: hoe weinig ik zelf bij die ‘droombevalling’ betrokken was. Lees in deze blog over mijn ervaring met een bevaltrauma en wat ik heb gedaan om daarmee om te leren gaan.
Leestip: mijn bevallingsverhaal.
Een droombevalling: jij en je baby zijn gezond
De gezondheid van baby en moeder lijkt voorop te staan bij een zwangerschap en bevalling. Op zich klinkt dat niet als een vervelend uitgangspunt, maar er is zo ontzettend veel meer dan dat belangrijk. Het is ook essentieel dat moeder en kind goed kunnen hechten, dat de moeder een fijne bevalervaring heeft, dat de band tussen de ouders en kind een mooie start heeft en dat de moeder zich veilig voelt en heeft gevoeld tijdens haar bevalling.
Mijn bevalling werd een droombevalling genoemd, omdat ik tegen alle verwachtingen in een vaginale bevalling zonder al te veel schade had en mijn kindje blaakte van gezondheid. In week 37 werd zwangerschapsvergiftiging geconstateerd. De enige remedie daarvoor is de zwangerschap beëindigen en dus bevallen, maar mijn lichaam bleek daar ook totaal nog niet klaar voor te zijn. Een ballon, vliezen prikken, inleiding, een overdaad aan weeën, ruggenprik, etc. volgden om mijn lichaam te doen bevallen.
In die omstandigheden en bij een bevalling van een eerste kindje is het niet vanzelfsprekend dat het lukt om je kindje vaginaal te baren, zonder hulp van keizersnede, vacuümpomp of knip. Maar bij mij lukte dat wel. Ik had slechts een kleine hechting voor een inwendig scheurtje nodig, iets waarvan ik later nooit last heb gehad. Het was een vaginale bevalling zonder noemenswaardige schade waarbij alles volgens de protocollen en boekjes was verlopen. Met een prachtig kindje als resultaat! Een droombevalling dus.
Mijn bevaltrauma: ik was er zelf niet bij
Maar die droombevalling heb ik totaal anders ervaring. De term bevaltrauma heb ik lang niet durven gebruiken, juist omdat alles zo voorspoedig was verlopen. Ook voelde ik me na de bevalling in korte tijd weer heel goed. Na een loodzware zwangerschap waarin ik mezelf kwijt was geraakt, was ik dolgelukkig om in de kraamtijd weer mezelf te worden en mijn oude levensenergie te voelen terugkeren. Alles ging goed. Toch?
Toch bleef het lang knagen. Ik bleef die ziekenhuisdagen in mijn hoofd afdraaien. Ik schaamde me voor mijn bevalling. Hoewel ik volledig bewust was van de noodzaak van een inleiding in mijn ernstige conditie, had ik dat zo graag anders gewild. Ik schaamde me voor de ruggenprik. Het voelde als verliezen. Ik schaamde me ervoor niet meer voor mijn wensen en behoeftes te zijn opgekomen. Ik had me tijdens de bevalling overgegeven, omdat ik het vechten niet meer vol kon houden toen ik werd overspoeld door de te heftige weeën.
Lange lijsten van vervelende momenten gingen door mijn hoofd. Hoe er naar me werd gesnauwd toen ik in tranen was dat mijn vriend er tot 3 centimeter ontsluiting niet bij mocht zijn door de coronaprotocollen. Hoe ik nog voor de daadwerkelijke bevalling al zo vaak pijnlijk was getoucheerd dat ik niet meer kon zitten vanwege de pijn. Hoe het infuus met wee-opwekkers tegen mijn wensen werd opgehoogd, nadat ik aangaf dat niet te willen omdat de intensiteit me te snel ging. Hoe het bed steeds zo hoog werd gezet dat ik er niet zelfstandig vanaf kon om staand mijn weeën op te vangen zoals mijn lichaam aangaf. Hoe de draadloze banden om mijn buik maar bleven verschuiven en er dan iemand binnenrende om me te manen meer stil te liggen, zodat ze de hartslag van de baby goed konden monitoren. Hoe ik me uiteindelijk vastgeketend aan snoeren en machines over heb gegeven om maar zo stil mogelijk te liggen. Hoe ik het gevecht opgaf. Hoe ik besloot om het ziekenhuispersoneel de bevalling maar te laten doen. Ik was er alleen maar bij om hun instructies op te volgen. Ik distantieerde me volledig van wat ‘daar beneden’ gebeurde.
Ik was geen moeder geworden
De gevolgen van zo’n vervelende bevalervaring kunnen best ernstig zijn. Ook ik heb daarmee gekampt. Direct na de geboorte van mijn dochter was ik alleen maar uitgeput. Ik wilde haar niet knuffelen en koesteren. Ik deed mijn best om het moment volledig in me op te nemen dat zij eindelijk op mijn buik lag, terwijl ondertussen het ziekenhuispersoneel in volle chaos en geweld mijn placenta eruit probeerde te krijgen omdat ze een bloeding dachten te zien. Mijn vriend had ondertussen een prachtig oogcontact met haar en hun band startte direct vanaf dat moment. Het was een enorme opluchting dat ons kindje bij mijn vriend op zijn borst werd gelegd. Ik hoefde even niet meer. Ik was klaar. Mocht ik nu slapen?
Voor mijn gevoel had ik mijn kindje niet gebaard. Het voelde als een soort operatie. Je gaat naar het ziekenhuis omdat je ziek bent en het medisch personeel vertoont zijn kunstje om je beter te maken. Daarna verlaat je het ziekenhuis weer en dat was in mijn geval na een paar dagen met een baby. Ik had ons kindje niet gebaard, dat hadden zij gedaan. Ik was geen moeder geworden. Ik voelde geen overweldigende liefde en knuffeligheid, maar vooral verantwoordelijkheid.
Ik schaamde me tegenover haar dat zij geen fijnere geboorte en betere start had gehad. De borstvoeding lukte ook maar niet, want de kleine dame wist de eerste periode niet hoe ze goed aan moest happen en melk uit mijn borst moest krijgen. Het werd een periode van kolven en vingervoeden met een spuitje, waarna uiteindelijk gelukkig wel aan de borst kon worden gedronken. Waren die borstvoedingsperikelen mijn schuld door haar slechte start? Omdat ik niet ‘normaal’ had kunnen bevallen en de normale bevallingshormonen rondom de borstvoeding hun werk niet hadden kunnen doen?
Ik geloofde niet dat mijn lichaam in staat was te bevallen en een kindje te baren. Misschien was ik overmoedig geweest om te denken dat ik een natuurlijke thuisbevalling had aangekund. Ik was niet zo iemand. Op de achterkant van de nieuwe druk van hét geweldige geboorteboek Vrije Geboorte staat een quote van mij, afkomstig uit mijn review op deze blog. Ik schaamde me ervoor dat een boek over natuurlijk bevallen mijn naam erop had, want daarop hoorde ik natuurlijk niet thuis.
Wat ik deed om te helen
Als ik ergens mee zit, dan praat ik. Dan praat ik eindeloos tot het vorm, een plek, een oplossing zou krijgen. Dus ik praatte. Eindeloos vertelde ik mijn vriend over de nieuwe dingen op mijn lijstje met vervelende momenten. Waarom was dat nodig geweest, waarom had dat niet anders gekund, waarom had het personeel mij niet meer in mijn bevalbubbel gelaten, waarom hadden ze ons niet meer met rust gelaten, waarom hadden ze mijn tempo niet willen aanhouden?
Mijn vriend luisterde geduldig en praatte met me mee. Ook hij had dit allemaal als vervelend ervaren. Hij had zich machteloos gevoeld en had niet geweten hoe hij voor onze rust en intimiteit op dat bijzondere moment had moeten vechten. Maar hij had niet meer kennis en inzicht dan ikzelf en kon me naast luisteren en praten niet verder helpen. Dus herlas ik het boek Vrije Geboorte. De eerste keer lezen gaf me alle kennis, maar vooral geloof en vertrouwen in het natuurlijke bevallingsproces en het natuurlijke vermogen van een lichaam om een kindje te baren. En dat geloof en vertrouwen keerden terug. Maar het leek niet op mij van toepassing.
Ik bleef maar malen over waarom mijn lichaam en mijn geboorteproces zo verstoord waren. Waarom was het mij niet gelukt om – ondanks die toch echt noodzakelijke inleiding – me over te geven aan het natuurlijke proces? Ik kon het niet plaatsen. Dus ging ik voor een extra gesprek naar onze vroedvrouw. Drie maanden na de geboorte van onze dochter. Met haar kon ik alles een plekje geven. We bespraken hoe in de medische wereld de gezondheid van moeder en kind, maar verder niet hun hechting of ervaring voorop staan. Hoe moeilijk het is om daartegen te vechten, zeker tijdens je bevalling zelf. Hoe wij daarom vooraf hadden afgesproken dat onze vroedvrouw er ook bij een ziekenhuisbevalling bij zou zijn om onze wensen en bevalbubbel te bewaken, maar dat vanwege de coronaprotocollen werd geweigerd door het ziekenhuis. Hoe dat geen onwil is van het ziekenhuis en hoe het personeel daar de liefst en beste intenties heeft, maar nou eenmaal – zwartwit gezegd – is opgeleid vanuit angsten en zorgen in plaats van geloof en vertrouwen.
Ik vertelde onze vroedvrouw hoe het voelde alsof mijn lichaam had gefaald. Ons kindje was niet door mijn lichaam gebaard, maar door het ziekenhuispersoneel. Ik had het niet gekund. Ik zou toch ook niet bij een eventuele, volgende zwangerschap een kindje kunnen baren? Zij kwam toen met een prachtig omdenken dat direct bij me binnenkwam. Ik was niet bevallen ondanks die medische situatie. Ik had niet een kindje gebaard ondanks al het ingrijpen en alle verstoring. Ik kan zo goed bevallen dat ik zelfs in zo’n verstoorde, medische setting een kindje kan baren. Zonder knip, vacuümpomp, keizersnede of dat soort ingrijpen. Die herformulering zette het pad naar helen voor mij volledig open.
Een bevalcoach
Toen ik een jaar later op instagram een oproepje zag van bevalcoach Kelly van moederliefdecoaching.nl voor vrouwen met een bevaltrauma sprak me dat aan. Zij deed een opleiding om vrouwen te helpen hun bevaltrauma een plekje te geven en zocht vrouwen om in het kader van haar afstuderen – toen nog kosteloos – te coachen. Ik stuurde haar een berichtje en deed daarbij gelijk de nuancering dat ik geen bevaltrauma had. Het was weliswaar een vervelende bevalervaring geweest, maar ik was er ook goed uitgekomen. Kelly schoot toen direct raak door op te merken dat als haar oproepje mij ertoe had gezet te reageren, ik sowieso bij haar aan het goede adres was.
We maakten een afspraak en spraken online over de bevalling. Kelly stelde vragen en ik vertelde. Het inzicht ontstond dat ik door het praten, lezen en nog meer praten over mijn bevalling in de periode direct erna al veel voor mezelf recht had gezet. Ik was niet meer boos en verdrietig over mijn bevalling, maar meer over hoe de medische bevalsetting van de huidige verloskundige – zowel in ziekenhuizen als bij verloskundigen – de overhand had boven het natuurlijke bevalproces dat uit zichzelf al zo magisch mooi werkt. Ik was al niet meer boos of beschaamd over mijn eigen bevalling. Er zat nog altijd een stukje verdriet over de onprettige start van mijn moederschap en de hechting tussen mij en mijn kleine meisje, dus daarover spraken we.
Bij een tweede gesprek met Kelly vertelde ik haar over mijn tweede zwangerschap. Ik was opnieuw zwanger en dat triggerde toch veel angsten in mij. De herhalingskans op zwangerschapsvergiftiging maakte me bang om opnieuw in het ziekenhuis te belanden. Ik had dan wel het vertrouwen in mijn eigen bevalkracht, maar ik wist dat die in het ziekenhuissetting weinig kans van slagen had. Kelly stelde me de vraag wat ik nodig had om ook in een ziekenhuissetting te kunnen bevallen in mijn eigen bevalbubbel van vertrouwen en intimiteit. Moest ik mijn eindeloze lijstjes van vervelende momenten met het ziekenhuis bespreken? Had ik het nodig om die te vertalen naar een gedetailleerd geboorteplan dat ik met het ziekenhuispersoneel zou kunnen delen?
Mijn tweede bevalling
Met Kelly kwam ik tot mijn oplossing: ik zou willen dat ze mij en mijn lichaam zo veel mogelijk met rust lieten. Als een inleiding noodzakelijk is, wil ik niets meer aan bemoeienis dan dat noodzakelijke infuus. Ik zou daarna rust en intimiteit willen. Met mijn vriend en mijn eigen vroedvrouw. Ik kreeg van Kelly het advies om dit met mijn verloskundige te bespreken en een aantal weken later deed ik dat. Bij een tweede keer zwangerschapsvergiftiging zie je dat kennelijk al ruimer tevoren aankomen en kunnen wij deze wens met het ziekenhuis bespreken. Vanwege de kennis en kunde van onze vroedvrouw kan inderdaad de ruimte worden gegeven om de bevalling verder met z’n drietjes te doen, precies zoals ik wil. Onze inzet is daarom nu om hoe dan ook onze eigen verloskundige bij de bevalling te hebben, ook als die in het ziekenhuis zal plaatsvinden. Zodat ik met mijn vriend kan bevallen in mijn bevalbubbel en zij de processen, de intimiteit, de bubbel en onze wensen kan bewaken.
Inmiddels ben ik bijna 30 weken zwanger en lijkt nog niets te duiden op een zwangerschapsvergiftiging of een andere complicatie. Ik heb misschien niet mijn onwankelbare geloof en vertrouwen zoals ik dat tijdens mijn eerste zwangerschap had, maar ik ben ook niet bang. Ik weet dat mijn lichaam gemaakt is om een kindje te baren. Ik weet dat ik dat kan. Inmiddels kijk ik er ook – net als de vorige keer – naar uit om die oerkracht te mogen voelen en loslaten. Om me over te mogen geven aan de geboorte van ons tweede kindje. Ik heb er zin in.