Minimalistisch wonen. Grote kans dat je dan meteen denkt aan witte muren, designmeubels, lege hoeken en zo min mogelijk spullen in het zicht. Strak, clean, Scandinavisch. Maar eerlijk? Dat beeld doet minimalisme flink tekort.
Minimalistisch wonen draait niet om een perfect gestyled interieur of een Pinterest-waardige woonkamer zonder ziel. Het is geen trend. Het is een levensstijl. Een bewuste keuze om je huis – en daarmee ook je hoofd – rustiger te maken. Om te leven met minder, maar juist méér te genieten van wat je wél hebt. Geen overdaad, geen chaos, geen eindeloos zoeken naar je sleutels tussen de stapels rommel. Gewoon overzicht, rust en ruimte.
In dit artikel duiken we in de échte betekenis van minimalistisch wonen. Wat het wel is. Wat het níét is. En hoe je er vandaag nog mee kunt beginnen – zonder je huis te veranderen in een kille showroom.

Wat is minimalistisch wonen dan wél?
Minimalistisch wonen betekent niet dat je op een matras op de grond slaapt en leeft uit één lade. Het gaat niet om zo weinig mogelijk spullen, maar om de juiste spullen. Spullen die je gebruikt, die je mooi vindt, die je leven fijner maken. Het is leven met intentie: bewust kiezen wat je wél in huis haalt, en net zo bewust wat je laat gaan.
Die ene fijne stoel waar je elke ochtend in zit met een kop koffie. Die tafel waar je met je gezin aan eet, werkt en lacht. En ja, misschien ook die ene kast die wél praktisch is én mooi in je interieur past. Het draait allemaal om balans. Om rust creëren zonder dat het ongezellig wordt. Je hoeft echt niet alles weg te doen – als het maar bewust gekozen is.

De voordelen van minimalistisch wonen
Minder spullen in huis betekent niet minder leven – integendeel. Minimalistisch wonen zorgt voor overzicht, rust en ruimte. Niet alleen letterlijk, maar ook mentaal. Je hoeft minder op te ruimen, minder schoon te maken en minder te zoeken. Alles heeft een plek, en je weet precies wat je hebt.
Daarnaast maakt minimalistisch wonen je ook kritischer in wat je koopt. Je gaat voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. Dat bespaart op de lange termijn niet alleen geld, maar is ook een stuk duurzamer. Geen impulsaankopen meer die na een maand in de kast verdwijnen, maar bewuste keuzes die écht iets toevoegen aan je leven én je interieur.
En het mooiste? Een minimalistisch huis geeft rust. Geen overvolle vensterbanken of uitpuilende lades, maar een fijne, open sfeer waarin je kunt ademen. Waar je kunt thuiskomen.

Tips voor minimalistisch wonen
Na 7 jaar minimalisme hebben we wel wat dingen uitgeprobeerd samen in ons huis. Of huizen, want van appartement tot tiny house tot camper tot nieuwbouwhuis, we hebben flink geëxperimenteerd. Daarmee hebben we ook voor jou de handigste tips kunnen verzamelen om minimalistisch te wonen.
1. Vul een kamer niet op
Lege hoeken hoeven niet opgevuld te worden. Niet elke plank hoeft een plant, niet elke muur een lijstje. Lege ruimte is geen verspilling, het is ademruimte. In een wereld waarin we gewend zijn elk oppervlak te benutten, voelt leegte soms gek. Maar juist dát maakt minimalistisch wonen zo krachtig. Ruimte mag gewoon ruimte zijn. Dat geeft rust, overzicht en letterlijk lucht in huis.
2. Koop alleen wat je écht nodig hebt (en waar je blij van wordt)
Minimalistisch wonen betekent niet dat je niets meer mag kopen – het betekent dat je bewuster koopt. Stel jezelf bij iedere aankoop de vraag: heb ik dit echt nodig? En misschien nog belangrijker: word ik hier blij van? (Of misschien bekender van Marie Kondo: Does It Spark Joy?) Als het antwoord op allebei ‘nee’ is, laat het dan lekker liggen. Daarmee bespaar je ruimte, geld en energie. En geloof ons: dat voelt zó goed.
3. Kies meubels die praktisch én mooi zijn
Een minimalist kiest niet per se voor minder, maar wel voor beter. Meubels mogen multifunctioneel zijn. Denk aan een uitschuifbare tafel voor etentjes, een bank met opberglades of een bed met bakken eronder. Wij hebben ze allemaal in huis – en zouden niet meer anders willen. Ook handig: eetkamerstoelen met wieltjes uit deze outlet, die je makkelijk verplaatst of zelfs inzet als bureaustoel. Stijlvol én flexibel.
4. Investeer in kwaliteit in plaats van kwantiteit
Lievere één goed dekbed dan elk jaar een nieuwe die toch niet lekker aanvoelt. Eén stevige kast die jaren meegaat in plaats van drie budgetoplossingen die uit elkaar vallen bij de eerste verhuizing. Kwaliteit voelt misschien als een grotere investering, maar het betaalt zich dubbel terug – in gebruiksgemak, duurzaamheid en rust. Bij een winkel als Lowik Meubelen kun je mooie, duurzame keuzes maken die meegroeien met jouw stijl.
5. Zorg dat elk item in huis een vaste plek heeft
Zodra je iets nieuws in huis haalt, geef het direct een plek. Want als het geen vaste plek krijgt, belandt het op je keukentafel, in de vensterbank of in een hoekje waar spullen ‘even’ liggen… en vervolgens nooit meer weggaan. Minimalistisch wonen draait juist om overzicht. Spullen die blijven zwerven, zorgen voor ruis. Geef elk item een thuis, dan blijft je huis vanzelf opgeruimd.
6. Gebruik kleur als basis
Minimalisten zweren vaak bij neutrale kleuren: wit, beige, grijs – en ja, daar zit iets in. Een rustige basis helpt je huis kalm aan te laten voelen. Je kunt met accenten of accessoires alsnog warmte of speelsheid toevoegen. Dat is niet ons soort minimalisme. Wij zweren juist bij kleuren om ruimtes sfeer en karakter te geven zonder ze vol te zetten met frutsels en decoratie. Sterker nog: een uitgesproken kleur doet vaak juist méér in een rustige ruimte. Wij verfden bijvoorbeeld het plafond in onze slaapkamer roze en de kozijnen in onze woonkamer olijfgroen. In ons vorige huis was onze keuken mintgroen met zachtroze tegels. Met dat soort uitgesproken kleuren heeft je huis geen accessoires meer nodig. Eén eyecatcher is vaak al genoeg – daarna heeft de kamer niet veel meer nodig.
7. Beperk decoratie tot wat je écht waardevol vindt
Decoratie is op zich prima – zolang het niet verwordt tot een verzameling ‘leuke dingen’ die vooral stof vangen. Houd het bij wat je echt mooi vindt of emotionele waarde heeft. Een familiefoto, een erfstuk, een bijzonder kunstwerk waar je blij van wordt, kunnen best in je huis staan. Zelf hebben we dat inmiddels vrijwel helemaal niet meer. Alleen planten voegen wat natuur en groen toe, en we hebben één plankje met wat oude reissouvenirs. De rest? Dat mocht allemaal weg. Je hoeft geen plank te vullen met frutsels alleen maar omdat er een plank is. Wil je een kale muur opvrolijken? Behang ‘m, schilder ‘m of hang één krachtig item op. Dat is genoeg.
8. Omarm het ‘één erin, één eruit’-principe
Dit is zo’n simpele regel, maar zó effectief. Komt er iets nieuws in huis? Dan gaat er iets anders uit. Nieuwe trui? Dan doneer je er één. Nieuwe lamp? Dan verkoop je die andere die al maanden in de kast ligt. Zo houd je balans in je spullen en voorkom je dat je huis langzaam weer dichtslibt. Minimalistisch wonen is geen eenmalige actie – het is een ritme.
9. Ga niet eindeloos op zoek naar het perfecte item
Minimalistisch leven draait óók om loslaten – ook van het idee dat alles perfect moet zijn. Ja, investeer in dingen die je mooi vindt en lang meegaan. Maar laat het niet uitmonden in wekenlang zoeken naar dé perfecte lamp of de mooiste design-kaasschaaf (ja, ook hier ervaring mee). Uiteindelijk wil je juist dat spullen een kleinere rol spelen in je leven. Goed genoeg is vaak écht goed genoeg.
10. Ga naar de kringloop
Tweedehands is duurzaam, budgetproof en vaak verrassend stijlvol. Wij kopen veel via Marktplaats of bij de kringloop – zeker voor de kinderen. Want eerlijk: hun spullen zien er na één keer gebruiken toch al uit alsof het tweedehands is. Waarom dan nieuw kopen? Voor een paar euro scoor je een fietsje, puzzel of tafeltje. En het mooie is: als we het niet meer nodig hebben, brengen we het net zo makkelijk weer terug. Spullen voelen zo minder als ballast, en meer als iets dat komt en gaat wanneer jij het nodig hebt. Dat geeft lucht.
Deze blog is geschreven in samenwerking met Lowik Meubelen.