Tidy Minds

Jubileum: onze lessen van ons tuiny house

We hebben deze maand precies een jaar ons tuinhuisje op een volkstuin. In dat jaar hebben we helder gekregen hoe we willen leven. Hoe onze ideale dagen eruit zien. En hoe we willen wonen. Spoiler: in een tiny house!

In april 2019 besloten we op zoek te gaan naar de opties van een tiny house. De conclusie was al snel gemaakt: een tiny house is niet zo makkelijk te realiseren. Het is op nog maar weinig plaatsen in Nederland mogelijk om je tiny house te plaatsen. Dat is helaas ook meestal maar tijdelijk, dus je huisje moet verplaatsbaar zijn. En zelfvoorzienend ook, want voor die een of twee jaar worden geen voorzieningen aangelegd voor die plek. Zelf een stuk grond komen en ons droomhuisje bouwen, is ook niet zomaar geregeld. Want een huis in Nederland moet nou eenmaal een bepaald grondoppervlak hebben en dat is heel wat meer dan tiny. Gedoe met vergunningen en gemeente is dus ook dan noodzakelijk.

Dat ging ons wat ver voor onze nieuwe droom, dus kozen we voor een tussenfase: een tuinhuis op een volkstuinvereniging. Vlakbij het centrum, in het groen en met een klein huisje. Het leek een perfecte tussenoplossing om eens aan het tiny leven te proeven.

In de zomermaanden mogen we volop in ons tuinhuis slapen en dan zijn we er ook niet weg te slaan. In de wintermaanden is dat niet toegestaan en moeten we dus in ons ‘echte huis’ slapen. We zijn in die tijd lang op reis geweest en hebben stiekem toch wel af en toe in ons droomhuisje geslapen. Want we waren inmiddels al verliefd op het tiny leven. Nu de lente is begonnen en ‘het tuinseizoen’ weer geopend, mogen we weer volop slapen op ons huisje. We kunnen ons geluk niet op.

Ons tuinhuis in het groen brengt ons precies dat wat we in minimalisme zoeken. Het is hier rustig en eenvoudig. We hebben dat wat nodig is en kunnen ons dus ook focussen op wat voor ons belangrijk is. Als wij in ons tuinhuis rondkijken en dan weer aan ons ‘echte huis’ denken, weten we niet wat we daar moeten. Waar is al die ruimte voor nodig? In nog geen 20 m2 past een ruime keuken, werkplek, bedstee, badkamer en zithoek te passen. Zonder dat het krap voelt. Ons huisje voelt juist ruim en knus. Huiselijk en thuis.

Ook is ons tuinhuis een speeltuin. Omdat het geen ‘echt’ huis is én niet ons definitieve tiny house, durven we hier alles. We sloopten een muurtje eruit en maakten van de minislaapkamer een bedstee. Trots zijn we op onze zelfgebouwde keuken. We bouwden een houtkachel in en zaagden daarvoor een gat in het dak. De tuin leert ons tuinieren. De vogels leren ons tot rust komen en rustig in een stoel kijken naar het af- en aanvliegen naar ons nestje. We noemen onze volkstuin ons paradijs. Dit is precies zoals wij zouden willen wonen.

Op een ding na: we kunnen hier niet leven. We mogen hier niet wonen en in de winter niet eens overnachten. Hier kan je je niet inschrijven en geen post ontvangen. De beslissing is daarom gemaakt: we gaan ons tiny house realiseren. Klein leven in het groen, precies zoals wij dat willen. Maar dan wel graag met een adres, internet en post. Nu alleen nog bedenken hoe.

Bewaar deze blog op Pinterest om later te herlezen:

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven