Het is een probleem waar veel mensen mee te maken hebben: we hebben te veel spullen in huis. De keukenkastjes puilen uit, in je kledingkast is geen ruimte meer voor je nieuwste aankopen en op je zolder kom je eigenlijk liever niet. De spullen slingeren overal rond en je huis opgeruimd houden, is haast niet meer mogelijk. Je verliest op die manier de controle over je eigen leefomgeving, wat een permanent gevoel van onrust geeft. Wanneer heb je nou te veel spullen in huis? En wat kun je ertegen doen? Wij hebben zelf drastisch gebroken met onze voorliefde voor spullen en werden verliefd op het minimalisme. In deze blog geven we jou tips!
Overconsumptie: waarom we te veel spullen in huis hebben
Waarom we te veel spullen in huis hebben? Vooral omdat we zo weinig aandacht aan die spullen geven.
In tijden van overconsumptie en goedkope massaproductie zijn spullen zo goedkoop dat we het massaal inkopen en niet meer goed nadenken over wat we nou echt nodig hebben. Spullen verliezen daarmee hun waarde, al koppelen we er ondertussen wel veel emotie aan. Want die impulsaankoop had wel tot doel om jou blij te maken. Heel even dan, totdat dat effect al weer snel wegebt. Om vervolgens weer op te wekken met een nieuwe aankoop. Die aankopen zorgen vaak weer voor schuldgevoelens, want het is zonde van het geld om die nieuwe spullen nu niet te gebruiken.
Ondertussen raken je kasten overvol en wordt je een meester in het netjes opbergen van zo veel mogelijk spullen met zo min mogelijk kastruimte. Je staat daarin ook niet alleen. Het is niet vreemd om een grote kastenwand te hebben voor al je kleding. Een walkincloset staat op veel verlanglijstjes, want daarin kan je zo lekker veel kleding kwijt. Een rommelhok of rommelkamer is niet een vreemd fenomeen. Zolders en garages worden massaal gebruikt om spullen op te slaan.
Wat zijn nou tekenen dat je echt te veel spullen in huis hebt?
- Je kan niets meer terugvinden. Die belangrijke blauwe envelop lijkt te zijn verdwenen. Dat ene zomerjurkje dat je laatst had gekocht, is niet in je kast terug te vinden. En waar zijn die fijne winterlaarzen gebleven?
- Je schaamt je voor de rommel. Zodra iemand bij jou op bezoek komt, verontschuldig je je eerst voor de rommel. Je mompelt dat je geen tijd hebt gehad om op te ruimen, maar eigenlijk weet je dat er voor al die spullen ook geen plek meer is om het wel op te ruimen. Het is nog erger, wanneer je niet eens meer mensen uit durft te nodigen uit schaamte.
- Je hebt een rommelplek. Of meer. Heb jij een rommelzolder, rommelkamer of rommelkast? Of nog erger: heb jij een opslag gehuurd, omdat je al jouw rommel niet meer kwijt kon in jouw eigen huis?
- Je hebt vaak ruzie met je partner of andere huisgenoten over spullen. Want waarom koopt hij nou weer een nieuw paar nette schoenen die vervolgens nergens in een kast passen? Hoeveel jassen heeft iemand nodig? En
- Je doet of laat dingen vanwege de rommel. Een stoel wordt niet meer gebruikt om op te zitten, want het is de plek waar kleding belandt voordat het in de wasmand eindigt. Je besluit toch geen ovenschotel te maken, want daarvoor moet je eerst die ovenschaal in de krochten van je keukenlade zien te vinden.
- Je komt regelmatig spullen tegen waarvan je niet wist dat je ze had. Op het moment dat je weer eens een taart wilt bakken en al je keukenkastjes door moet om dat bakblik te vinden, ontdek je eindeloos veel spullen. Eten dat al lang over de datum is en pannen die je nog nooit hebt gebruikt.
- Je voelt je onrustig in je eigen huis, omdat je er geen controle meer over hebt. Je leefomgeving is niet meer van jou, maar van je spullen. Je hebt een gevoel van onrust bij een gebrek aan overzicht en het gewicht van al die spullen drukt op je.
De oplossing: bewust consumeren en ontspullen
Het is niet heel moeilijk wat je moet doen als je te veel spullen in huis hebt: zorgen dat je er minder hebt. Dat kan door te voorkomen dat er meer bij komt en door de spullen die je al hebt, weg te doen. Klinkt heel simpel en dat is het in de praktijk natuurlijk helemaal niet.
Bewust consumeren betekent dat je bewust kijkt naar wat je koopt en waarom. Je probeert te achterhalen of je het echt nodig hebt, of het past binnen je levensstijl én of het goed is voor de planeet. Alleen als een aankoop voldoet aan alle drie de voorwaarden, kun je overwegen om het aanschaffen. Eerst bepalen wat je wilt en goed voor jezelf uitzoeken waarom je iets wilt kopen – heb je het nodig, of heb je vooral zin om iets nieuws te kopen? – is niet altijd even makkelijk. Onze hele maatschappij lijkt gericht te zijn op consumeren en spullen kopen doe je haast zonder erbij stil te staan.
Ontspullen is misschien nog wel moeilijker. Het is eigenlijk heel simpel: ontspullen komt erop neer dat je alles wat je niet meer nodig hebt of wat geen waarde voor je heeft, wegdoet. Dat klinkt drastisch en dat kan het ook zeker zijn. Maar ontspullen kan ook heel klein beginnen. Je kunt bijvoorbeeld eens kijken naar je kledingkast of lade met sieraden. Vraag jezelf af: past dit allemaal nog bij me? Heeft ieder item nog waarde voor me?
Leestip: in deze blog schreven we over ons extreem ontspullen en wat een chaos dat werd.
De definitie van ontspullen verschilt per persoon, maar er zijn wel een aantal gemeenschappelijke punten: iedereen wil graag meer orde en overzicht creëren, duidelijkheid scheppen over wat belangrijk voor ze is en minder stress ervaren. Vaak ligt de focus op spullen die we bewaren uit gewoonte of omdat we bang zijn ze in de toekomst misschien nodig hebben. Maar wat als die spullen niet meer nodig zijn? Als je bepaalde kledingstukken of boeken niet meer draagt of leest, dan hebben ze geen waarde voor je. Ze vervullen geen functie en dat maakt ze rommel.
Rommel kan een bron van stress zijn omdat het onze ruimte beheerst. Ken je dat constante schuldgevoel van al die rommel die in die kasten ligt? Of die nog opgeruimd moet worden? Door de confrontatie aan te gaan en consequent te selecteren wat je wel of niet wilt bewaren, creëer je rust voor jezelf.
Leestip: hier vind je 10 tips voor succesvol ontspullen zonder stress.
Het resultaat: een huis voor jou en niet voor je spullen
Na het ontspullen en als je het bewust consumeren onder de knie hebt, zal je huis een andere plek zijn. Mijn huis is niet langer een opslagruimte, maar een plek om te leven. In plaats van dat ik mijn huis zie als een plek om spullen op te slaan, zie ik het nu als de plek om te leven. De spullen die ik in mijn huis heb, voegen wat toe aan mijn leven en zijn me niet tot last. Een huis zonder te veel spullen is echt een zegen!
